In Nederland kan je kat besmet raken met verschillende wormen, zoals spoelwormen en lintwormen. Het risico verschilt per kat, afhankelijk van factoren zoals buiten komen en prooivangen.
Spoelwormen verspreiden zich via moedermelk, prooivangen (muizen, vogels), rauw vlees, ingewanden en wormeieren in de grond. Lintwormen worden meestal overgedragen via vlooien en luizen.

 

Symptomen van een wormbesmetting

De meeste wormbesmettingen geven geen symptomen. Bij zware infectie kan de kat vermageren, een darmverstopping krijgen of permanente darmschade oplopen, soms met een operatie als gevolg. Kittens kunnen een ‘wormbuikje’ ontwikkelen en soms longontsteking door migrerende wormlarven.

 

Risico's wormbesmetting

Symptomen zijn vaak alleen zichtbaar bij zware infecties. Toch kan een besmette kat anderen, inclusief eigenaren, aansteken. Mensen met een verminderde weerstand, jonge kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en chronisch zieken lopen extra risico op ernstige complicaties door worminfecties.

 

Behandeling en preventie

Voorkom wormbesmettingen en behandel tijdig door regelmatig ontwormen en goede hygiëne. Ontwormfrequentie varieert van twee keer per jaar tot maandelijks, afhankelijk van het besmettingsrisico en de mogelijke gevolgen voor eigenaren.

 

Hoe vaak moet ik mijn kat ontwormen?

• Twee keer per jaar kan voldoende zijn voor een binnen kat, mits hij geen vlooien heeft, niet naar een pension gaat en waarbij ook geen honden in huis leven of op bezoek komen.
• Maandelijks kan nodig zijn voor katten die regelmatig muizen en/of vogels vangen of voor katten die buiten komen en waarbij ook kleine kinderen in huis aanwezig zijn.
• De algemene aanbeveling is om je kat minimaal vier keer per jaar preventief te ontwormen. Vind je het vervelend om je kat te ontwormen, om wat voor een reden dan ook, dan kun je je kat ook vier keer per jaar laten controleren door een arts op wormen door zijn ontlasting inleveren.

 

Wormbesmetting voorkomen door goede hygiëne

• Was groente en fruit voor consumptie.
• Was regelmatig je handen en vooral voor maaltijden.
• Schep dagelijks de kattenbakken en verwijder ontlasting uit de tuin.
• Gooi afval uit de kattenbak of ontlasting van je kat niet in de GFT-bak of op de composthoop.
• Werk in de tuin altijd met tuinhandschoenen aan en was je handen wanneer je klaar bent.
• Voorkom dat katten poepen in zandbakken door deze tussendoor af te dekken.
• Probeer het vangen van prooidieren zoveel mogelijk te voorkomen. Door bijvoorbeeld de Birdsbesafe Cat Collar Cover bij je kat om te doen. Dit reduceert de vangst van vogels tot wel 90%.

 

Lees hier meer over hoe je het beste een ontwormings tablet kan geven aan je kat.